Begin januari haalde visser Wormsbecher uit Ermelo, van de HK-173, een grote schedel uit de Gouwzee naar boven. Wat was het eigenlijk? Een grote schedel van een oerhert of een karkas van een groot paard. En hoe komt deze schedel in de Gouwzee terecht? Allemaal vragen die onbeantwoord bleven…
Wel vaker vissen de gebroeders Wormsbecher botten op. Met het zogenaamde “zegenvissen” wordt een groot net over de bodem gesleept en alle vis wordt naar één punt gedirigeerd. Zo ook begin januari in de Gouwzee. Naast de vis kwam er ook een enorm bot naar boven, een lichtgekleurde en een hele zwarte met horens. De botten bleken op elkaar te passen. De vissers namen het bot meer naar huis en door de foto van de schedel rond te sturen werden nadere inlichtingen ingewonnen.
Zo kwam de Archeologische Werkgroep kwam via een artikel in het Noordhollands Dagblad de schedel op het spoor. Een mooie schedel voor in onze werkruimte, dachten wij. Dus namen we contact op met de vissers. We proberen namelijk zoveel mogelijk bodemvondsten uit Waterland te behouden om toe te voegen aan onze vondstendatabase. In de tussentijd onderzochten we wie deze schedel allemaal gezien kon hebben. Het bericht verscheen op 9 januari als eerste op de Facebook pagina van het pro-vissers platform EMK Vissers met het mooie verhaal over de vondst van de schedel. In het Noordhollands Dagblad lazen we de conclusies over de schedel van Ecomare, Amathysta en bottenexpert Albert Hoekman in Urk. Allen vonden ze het opmerkelijke schedel, maar niemand had bij het determineren de botten live kunnen zien. Dat was wel een beetje vreemd, dachten we nog.
Maar goed, nadat we via Whatsapp de vissers hadden benaderd bleef het een paar dagen stil, totdat op een zaterdagmiddag de visser reageerde dat het bot ‘opeens’ verdwenen was uit zijn bus, die op de oprit stond. Ik vroeg nog: ‘Misschien ligt het bot in de schuur?“. Maar, nee, helaas het bot was met de noorderzon verdwenen. Ik vervolgde: “Als het bot is verdwenen, dan zou ik toch even een melding doen bij de politie van diefstal….”. De visser kon alleen maar sorry zeggen en ging maar een onderzoekje instellen. Helaas tot op heden, niks meer gehoord van de visser en de verdwenen schedel. Om dit verhaal te verifieren gingen we op zoek naar een Noordhollandse dierenarts die ook interesse toonde in deze schedel. Ook zij gaf aan dat ze via Whatsapp te horen kreeg dat de schedel opeens was verdwenen.
Naschift. In alle contacten die we hebben gelegd spraken we ook met archeoloog Michiel Bartels van Archeologie West-Friesland. Op het eerste gezicht kon hij, aan de hand van de foto’s, zien dat het geen bot was van een oerrund. Hij vermoed dat het geen oude botten zijn (aan de kleur te zien) en dat de schedels (met vlees en al) in de Gouwzee zijn gekieperd en als lokaas dienden voor paling en anders vissoorten. Na een tijdje werd de hele schedel weer naar boven gehaald en hadden de vissers een schedel vol paling.